In 1755 gaat de verarmde kapitein Ludvig Kahlen op pad om in naam van de koning de onbewoonbare Deense heide te veroveren. Maar de enige heerser van het gebied, de meedogenloze Frederik de Schinkel, die gelooft dat het land van hem is, zweert wraak als het dienstmeisje Ann Barbara en haar lijfeigene echtgenoot vluchten en bij Kahlen hun toevlucht zoeken.

Een gewonde voortvluchtige moordenaar wil zich schuil houden in een schuur, maar wordt aangetroffen door een klein meisje. Ze vraagt hem naar zijn naam, maar hij kan alleen nog maar 'Jesus Christ' uitroepen voordat hij flauwvalt.

John Sims en Mary Sims zijn zwaar getroffen door de Grote Depressie en besluiten om naar het platteland te trekken. Met de hulp van andere getroffenen zetten ze een commune op gebaseerd op de principes van Edward Gallafent. Ondanks vele tegenslagen trachten ze uiteindelijk een Utopia te bouwen.