Een weduwe heeft als alleenstaande ouder de taak om voor haar moeilijk opvoedbare, gewelddadige zoon te zorgen. Ze vindt daarbij steun wanneer een mysterieuze buurvrouw zich in het huishouden van de twee begint te nestelen.

Aan het eind van de week zit bij een kleine garage het werk erop, de arbeiders krijgen hun loonzakje. Het is hoogzomer, er kan geleefd worden. De twee hoofdrolspelers ontmoeten elkaar in een al even idyllische omgeving, een prachtig park.

Max ziet er uit als een langzame idioot, en is zo goed als analfabeet. Kevin heeft een zeldzame ziekte die er voor gezorgd heeft dat hij lichamelijk afwijkend is. De jongens leven naast elkaar, en als Kevin op een dag de opdracht krijgt om Max te leren lezen, worden de twee vrienden.

In de zomer van 1970 doen Samantha, Tina, Roberta en Chrissy, vier tieners, elkaar de belofte om er altijd voor elkaar te zijn. Dat moment is aangebroken als Chrissy op het punt staat om te bevallen. Samantha en Tina zijn zijn weggetrokken uit het kleine geboortedorp en gaan met enige tegenzin naar de reünie. Maar als de vriendinnen eenmaal samen zijn borrelen de herinneringen weer op.

De elfjarige Jack heeft twee broers en woont bij zijn ouders. Op jonge leeftijd lijkt alles hem toe te lachen. Zijn moeder is lieflijk en vergevingsgezind en zijn vader probeert hem klaar te stomen voor de harde wereld. Dat de wereld inderdaad geen prettige plaats is, leert Jack als hij in aanraking komt met ziekte, lijden en de dood. Als volwassen man wordt Jack een verdwaalde ziel in een moderne wereld die op bijzondere wijze zijn weg probeert te vinden.

Een groepje schoolvrienden organiseert een reünie in een saai sneeuwig stadje. Niets is moeilijker dan afscheid nemen van je jeugd. Er lopen zoveel mooie vrouwen rond, dat je nooit weet of je de juiste te pakken hebt. Dit fenomeen bindt een groepje vrienden uit een klein Amerikaans stadje. Ze lopen tegen de dertig, maar gedragen zich als onvervalste pubers.

Latina, een stadje opgericht door de fascisten van Mussolini net buiten Rome, jaren '60. De jonge Accio groeit op in een arme familie en krijgt al snel fascistische sympathieën, al was het maar omdat hij ze in zijn omgeving veel tegenkomt. Zijn oudere broer Manrico is aan de ene kant zijn grote held en voorbeeld, maar aan de andere kant is dat een 'verderfelijke' communist, evenals diens vriendin die een speciaal plaatsje in Accios hart heeft. De relatie tussen de broers wordt desalniettemin sterker naarmate ze opgroeien.

Vier beste vriendinnen worden van elkaar gescheiden en op hun laatste winkeldag samen vinden ze een spijkerbroek die ieder van hen perfect zit. Ze besluiten om deze "magische" broek te gebruiken als een soort bindmiddel voor de maanden dat ze elkaar niet zien, door elke week een ander de broek te laten dragen. Ondanks dat ze ver van elkaar verwijderd zijn, ervaren ze een zomer die ze nooit meer zullen vergeten.

Michael, een student, brengt de Kerst door bij zijn vriendin Gabriella en haar familie, in Canada. Daar aangekomen vertelt zij hem dat ze niet meer van hem houdt. Bovendien zijn de leden van Gabriella's familie stuk voor stuk nogal bizar te noemen...