Een zeer verarmde man dwaalt door de koude en vijandige stad op zoek naar sigarettenpeuken. Nadat hij door onbeschofte mensen in een bar is vernederd, komt hij terug naar een afgelegen hut waar hij samenwoont met een luie man die weigert de plek te verlaten, die meer een schuilplaats is voor wilde dieren dan een schuilplaats voor mensen.

Een jongen droomt over een meisje waarop hij verliefd is.