Een weduwe heeft als alleenstaande ouder de taak om voor haar moeilijk opvoedbare, gewelddadige zoon te zorgen. Ze vindt daarbij steun wanneer een mysterieuze buurvrouw zich in het huishouden van de twee begint te nestelen.

Clive en Maurice, twee Engelse studenten worden verliefd op elkaar in Cambridge. Clive geeft zijn verboden liefde op en tracht een zo normaal mogelijk leven te leiden. Maurice komt logeren bij zijn oude schoolliefde Clive en diens echtgenote Anne.

Hubert Minel haat zijn moeder. Zestien jaar lang zag hij met verachting alleen maar de smerige truien die ze droeg en de broodkruimels in haar mondhoeken, wanneer ze luidruchtig at. Naast deze dingen ziet hij ook nog iets positiefs in haar. Verward door hun relatie met liefde en haat, maakt Hubert een paar puberale dingen mee.

Londen in de jaren '60. Jenny is een 16-jarig meisje. Wanneer de charmante dertiger David in haar buurt komt wonen, krijgt ze al snel een relatie met hem. Dit zet een serie gebeurtenissen in gang die van invloed is op Jenny's verdere leven. Moet ze met David mee, of is het toch verstandiger dat ze aan haar toekomst denkt en haar geplande studie gaat volgen?

De vijftienjarige meisjes Ferris (Tatum O'Neal) en Angel (Kristy McNichol) denken dat ze de laatste maagden zijn op zomerkamp en wedden erom wie het eerst een jongen kan schaken. Randy (Matt Dillon) van het naburige jongenskamp blijkt behulpzaam.

De tieners Nonnie Parker en Harry Winslow hebben als enigen de aanval van een bende stropers overleefd. Hun leven is in gevaar en samen trekken ze de woestijn in op zoek naar de enige man die hen kan helpen, kolonel Mopani Theron. Samen met hem en de bosjesman Xhabbo trekken de kinderen de Kalahari-woestijn door op zoek naar een veilige verblijfplaats.

Zweden 1962. Erik is van plan zijn zomervakantie te houden in het zomerhuisje van zijn ouders, zijn beste vriend Edmund en zijn oudere broer Henry gaan ook mee. Vlak bij hun zomerhuisje woont een meisje dat denkt dat ze op Kim Novak lijkt.