Charles Tatum, een journalist zonder geluk, neemt een baan aan bij een kleine krant in New Mexico. Zijn werk is nogal saai, maar dit verandert wanneer hij een man ontdekt die vast zit in een mijn. Hij grijpt de kans aan om naam te maken.
Op het terras van een ijssalon valt Diego, de kunstenaar als een blok voor David, de op en top macho student. David moet helemaal niets hebben van een lichamelijke toenadering maar hij raakt wel geïntrigeerd door Diego's voorkeur voor buitenlandse drank, Maria Callas, verboden literatuur en subversieve kunst. Dat is allemaal curieus genoeg om Diego bij de autoriteiten aan te geven, wat David heel even overweegt, maar zijn fascinatie voor David wint het. Daarbij komt: Diego's kennis over de Cubaanse literatuur is groot en dat stelt David gerust. Ondanks alles moet Diego toch ook een patriot zijn. David's suïcidale buurvrouw die hem in de liefde weet in te wijden. Ondanks alles ontwikkelt zich langzamerhand een zuivere vriendschap tussen Diego en David wat resulteert in een wederzijds respect. Respect voor andersdenkenden en voelenden, iets wat in Cuba jarenlang onmogelijk was (en vaak nog steeds onmogelijk is).
5 studenten wonen in een huis in Iowa en maken een conservatieve presentator op televisie belachelijk. Als ze op een dag de conservatieve marinier Zack op bezoek krijgen, blijft hij voor het avondeten. Het diner loopt echter uit de hand, als de gast racistische opmerkingen blijft maken en uiteindelijk een mes in zijn rug krijgt. De studenten bedenken dat de wereld waarschijnlijk beter af is zonder deze engerd, en krijgen het idee om nog meer slechte mensen uit de wereld te helpen elke zondag tijdens het eten.