De zevenjarige Moncho is bang voor zijn leraar, omdat zijn broer angstaanjagende leugens heeft verteld over deze zogenaamde wrede leraar. In werkelijkheid introduceert deze leraar zijn studenten in de wereld van poëzie en de natuur.

1936. David, een jonge werkloze Brit, trekt naar Spanje om er aan de zijde van de internationale brigades te vechten tegen de fascisten die de jonge Spaanse republiek bedreigen. Samen met de Fransman Bernard, de Amerikaan Lawrence en de voormalige IRA-strijder Coogan komt hij terecht bij de revolutionaire POUM-militie, geleid door Capitan Vidal.

Met Madres Paralelas komt de Spaanse meester Pedro Almodóvar opnieuw met een fascinerende blik op moeders en moederschap. Na het grote succes van het autobiografische Dolor y Gloria maakt Almodóvar vrouwen weer het middelpunt van zijn werk met prachtige rollen van Penélope Cruz en Milena Smit. Twee vrouwen, Janis (Penélope Cruz) en Ana (Milena Smit), bevallen tegelijkertijd in hetzelfde ziekenhuis. Beiden zijn alleenstaand en ongepland zwanger. Janis, van middelbare leeftijd, is blij, maar de jonge Ana is bang en onzeker. De weinige woorden die de vrouwen wisselen, vormen de basis voor een band die hun levens later een beslissende wending zal geven. Terwijl Janis het verleden van haar familie een gezicht probeert te geven, vecht Ana juist om los te komen van haar familie. In Madres Paralelas zien we acteurs als Rossy de Palma en Julieta Serrano terug, die we goed kennen uit eerdere films van de Spaanse meester.

Anxo keert terug naar zijn thuisdorp op het platteland van Galicië. Daar wordt hij begroet door de overwinnaars en de verslagenen, die in hem het gevaar zien terug te vallen in hun tot zwijgen gebrachte herinneringen. De dorpsbewoners zijn bezorgd. Velen hebben immers in de oorlog een donkere periode meegemaakt en de waarde van hun individuele keuzes in twijfel getrokken.

Een voormalige gevangene van de Spaanse Burgeroorlog, John McKittrick, arriveert in New York met de bedoeling de dood van zijn vriend Louie Lepetino te onderzoeken, omdat hij vermoedt dat het geen zelfmoord was.

De dertienjarige Ramon staat aan de vooravond van veel ontdekkingen als tiener, en de verwarring die daarmee gepaard gaat. Verlegen en onhandig, hij is tijdens zijn jeugd van stad naar stad verhuisd en gelooft dat het leven om winnen en verliezen gaat. Maar hij komt er al snel achter dat het allemaal om overleven draait. Net als Ramon bevindt Spanje zich in een transitie (president Francisco Franco staat op het punt te sterven); het is een tijd van sociale onrust, gekenmerkt door verandering, illusie en strijd.