Op een belangrijk punt in zijn zakenleven ontdekt Gondo dat zijn zoon is ontvoerd en dat het geëiste losgeld even hoog is als het bedrag dat hij bij elkaar heeft verzameld voor een cruciale zakentransactie.

Deze documentaire vertelt hoe de Ierse singer-songwriter Sinéad O'Connor uitgroeide tot een wereldster en onderzoekt hoe ze haar stem gebruikte op het hoogtepunt van haar carrière. Dit, voordat haar neiging tegen heilige huisjes aan te schoppen, leidde tot haar verbanning uit de mainstream pop. Aan de hand van de profetische woorden en daden van Sinéad tussen 1987 en 1993 biedt de documentaire een filmisch portret van deze onbevreesde pionier, gezien door een eigentijdse feministische lens. Naast muziekvideo's, concertopnames en nooit eerder vertoond beeldmateriaal is er ook een nieuw interview met Sinéad zelf. Ook reflecteren hedendaagse kunstenaars, muzikanten en sociale commentatoren over Sinéads kunstenaarschap, impact en nalatenschap.

Robert McNamara was Minister van Defensie tijdens de ambtstermijnen van de presidenten Kennedy en Johnson. Van 1968 tot 1981 was hij president van de Wereldbank. Regisseur Morris belicht via interviews met McNamara zelf en archiefmateriaal het leven van deze controversiele man en benadrukt zijn rol in de Vietnam-oorlog.

In de film staan de jeugdervaringen van de kleine Marcel centraal: hoe hij samen met zijn vader en moeder, broertje en zusje van Aubagne naar Marseille verhuist en hoe ze in de Provence een zomerhuisje huren, waar Marcel op slag verliefd wordt op de omgeving en op Lili.

"Le Château de Ma Mère" is een intieme en nostalgische kijk op de jeugd van de schrijver Marcel Pagnol in de glooiende heuvels van de Provence begin 20ste eeuw. Marcel is inmiddels een jaar of dertien en hunkert iedere dag naar de vakantie.

Iedereen op Broadway is het erover eens dat Danny Rose een legende is en ze kunnen urenlang verhalen over hem vertellen. Hij kon een bar-zanger tot super-ster maken. Helaas valt de zanger voor een gangsterliefje waardoor Rose in grote problemen komt.

Een waargebeurd verhaal over de opstand van Afrikanen op het slavenschip de Amistad in 1839 en het daarop volgend tribunaal wanneer ze gevangen worden genomen op Amerikaans grondgebied.

24-11-1975. Steve Biko, een zwarte activist in Zuid Afrika, leert een blanke redacteur hoe het leven is van de onderdrukte zwarten, die van de blanke bevelhebbers na zessen niet over straat mogen. Steve Biko sterft in een cel maar de redacteur zet zijn strijd voort en probeert uit Zuid-Afrika te komen, de schreeuw om vrijheid.

In 1774 wordt Georgiana Spencer (Knightley) – zeventien jaar jong; mooi; goed in vreemde talen, paardrijden en dansen – door haar moeder uitgehuwelijkt aan één van de machtigste mannen van Engeland (Fiennes). Hij wil dat ze voor hem een opvolger baart en is verder meer geïnteresseerd in zijn honden. Georgiana stort zich op het sociale leven van de Engelse upper-class en staat dagelijks in de roddelrubrieken van de krant.

Wanneer een televisieploeg tijdens een live-uitzending een gênante nederlaag van een politie-eenheid tegen een bende overvallers registreert, bereikt het imago van de politie een dieptepunt. Inspecteur Cheung gaat op onderzoek uit en stuit op de schuilplaats van de criminelen. Terwijl hij met zijn mensen actie onderneemt om ze aan te houden, probeert hoofdinspecteur Rebecca Fong de media te gebruiken om weer een positieve impuls te geven aan de reputatie van de politie.

De film vertelt het levensverhaal van de Amerikaanse schilder Jackson Pollock. Met hulp van zijn vrouw Lee Krasner bereikt hij na een moeizame periode de top. Hij wordt echter gekweld door een alcoholverslaving.

Vlak voor het nieuwe jaar merken Strectch en Spoon dat hun vriendin in een coma is geraakt door een overdosis drugs. Met moeite brengen ze haar naar het ziekenhuis en besluiten om met drugs te stoppen. Ze komen in hun zoektocht voor hulp echter vast te zitten in een file van bureaucratie. Terwijl ze wachten gaan ze gewoon door met de drugs, maar hun leverancier wordt doodgeschoten en zij zijn de hoofdverdachten. Ze moeten dus snel van de straten of. Dus snel in een inrichting komen.

Als Bertram Pincus (Ricky Gervais) sterft, maar na zeven minuten wordt gereanimeerd, blijkt hij als hij weer wakker wordt over de gave te beschikken om geesten te zien. Een van hen (Greg Kinnear) probeert hem te strikken om het nieuwe huwelijk van zijn weduwe (Téa Leoni) te beëindigen.

Brooklyn, New York, 1952. De werknemers van de grootste fabriek in Brooklyn staken. Vanuit een situatie van verveling en ontevredenheid zoeken de stakers elkaar op, waarbij de spanningen hoog oplopen en de gebeurtenissen elkaar snel opvolgen. Zo heeft Vinnie met zijn vrienden een lucratief handeltje opgezet in het bestelen van de mannelijke klanten van een louche bar met de hulp van de prostituee Tralala. Tralala op haar beurt lijkt haar hart te hebben verloren aan een militair, terwijl Harry vanuit onvrede meer naar aantrekkelijke mannen taalt dan naar zijn vrouw. Big Joe's dochter blijkt zwanger van Tommy, waarop Joe Tommy in elkaar slaat. De situatie escaleert in een gewelddadige finale, die samenvalt met het eind van de staking. Merkwaardig genoeg gaat het leven hierna gewoon rustig verder, bijna alsof er niets is gebeurd.

Claude is jong, stoer, houdt van skateboarden en is al jaren bevriend met Ellen. Ze zijn samen opgegroeid in dezelfde wijk in New York, naar dezelfde school gegaan en brengen veel tijd met elkaar door. Ze zijn elkaars beste vriendinnen tot ze allebei verliefd worden. Ellen op Mark en Claude... op Ellen. Ellen heeft geen idee dat Claude verliefd op haar is en heeft weinig tijd meer voor Claude. Claude voelt zich verloren en hun vriendschap komt onder grote spanning te staan. En als Ellens vriendje een aantal hele verkeerde keuzes maakt, komt Claude voor een heel moeilijke beslissing te staan. Tegelijkertijd ontmoet ze Luke die haar overhaalt naar haar gevoelens te luisteren. Ze gaat naar een lesbische bar en leert Lucy (Leisha Hailey, Alice uit The L-Word) kennen, een erg leuk punk meisje dat in een all girl band speelt...

Documentaire waarin een reis gemaakt wordt door de New Yorkse muziekscene aan het begin van de 21ste eeuw. Het bevat interviews met muzikanten én unieke beelden van bands die destijds in opkomst waren, zoals The Strokes, Interpol, LCD Soundsystem en Yeah Yeah Yeahs. Ook is er aandacht voor historische gebeurtenissen, waaronder de aanslagen van 11 september 2001.