Eerste deel uit de Apu-trilogie. In een dorp in Bengalen groeit een jongen op in een arm gezin. Zijn vader, dichter annex priester, verdient niet genoeg om zijn gezin te onderhouden, zijn zus steelt mango's van de buurman om toch aan eten te komen, en zijn moeder kibbelt de hele dag met een inwonende tante.

Een Engelse schrijver erft op Kreta een verlaten mijn van zijn Griekse vader. Hij trekt ernaartoe en ontmoet Alexis Zorba, een wat gekke Griek van middelbare leeftijd. De schrijver werft Zorba aan om voor hem te werken.