Jerry plundert de koelkast voor een middernacht snack.
Butch overtuigt Tom en Jerry ervan dat er geen reden is om te vechten en dat ze allemaal een vredesverdrag moeten ondertekenen. Tom en Butch redden hun vrienden zelfs van een kat en een hond. Maar dan valt er een biefstuk van een vrachtwagen en de jongens kunnen niet beslissen hoe ze die gaan verdelen, waardoor ze hem uiteindelijk helemaal kwijtraken en de wapenstilstand is van de baan.
Tom belt de verdelgers, maar die sturen een kat, die het ondanks zijn verschillende hulpmiddelen niet veel beter doet dan Tom.
Toms nieuwe boek over "hoe vang ik een muis" blijkt niet erg nuttig te zijn tegen Jerry, Jerry lijkt er zelfs beter gebruik van te maken dan Tom.
Tom is aan het golfen, maar de bal blijft uit de hole springen, dankzij Jerry. Tom zet Jerry aan het werk als tee, maar Jerry blijft dingen doen zoals het vervangen van Toms bal door een vogelei dat tijdens de vlucht uitkomt, of het vastbinden van zijn club aan zijn staart.
De hond van de familie waarschuwt Tom geen lawaai te maken zodat hij een dutje kan doen. Jerry hoort dit en bedenkt onmiddellijk plannen om ervoor te zorgen dat het dutje van de hond zal worden onderbroken.
Een van de 'Out of the Inkwell'-serie stille korte films met een combinatie van live action en handgetekende animatie.
Tom vecht met een andere kat om Jerry.
Tom jaagt Jerry in een fles onzichtbare inkt en Jerry heeft er veel plezier in om Tom het leven lastig te maken.
Het is lente en Tom is veel meer geïnteresseerd in de poes van de buren dan in Jerry.
Tom krijgt een ultimatum van zijn baasje: maak nog één ding kapot en je ligt eruit. Muis Jerry doet zijn best om ervoor te zorgen dat zijn kwelgeest "de klos is".
Tom nodigt Toots uit voor een diner, hij heeft echter de fout gemaakt Jerry aan het werk te zetten. Jerry is hier niet helemaal blij mee en neemt vooral wraak op Tom. Ondertussen is Toots er niet zo blij mee dat Tom haar probeert te verleiden.
Tom onderwerpt Jerry aan zijn gebruikelijke pesterijen, maar de kat vindt een nieuwe vijand en de muis een nieuwe vriend, de kanarie in huis.
Mammie dreigt Tom het huis uit te gooien als hij een puinhoop blijft maken. Jerry ziet een kans om zich te ontdoen van zijn katachtige nemesis.
Toms dag op het strand begint niet goed, eerst raakt zijn zwempak verstrikt in de deur van het strandhuisje, later probeert hij op het strand een mooi meisje voor zich te winnen. Plotseling vliegt er een tomaat door de lucht en landt op zijn hoofd en ook een bananenschil. Tom gaat op zoek naar de dader en vindt hem in de picknickmand van het meisje. Jerry zit erin, eet wat hij wil en gooit de rest weg...
Mammie is het beu dat er brood verdwijnt uit de broodtrommel en vertelt Tom en Butch dat de kat die zich ontdoet van Jerry, degene is die mag blijven.
Tom speelt met Jerry als er een schattige poes bij Mammy wordt geleverd waar zij voor moet zorgen, Tom is meteen smoorverliefd.
Tom krijgt van Mammie de taak om 's nachts de koelkast te bewaken, maar zodra hij is begonnen wordt hij door Jerry in de val gelokt en valt hij in de kelder in een vat cider. Nu hij dronken is, strompelt Tom door het huis om Jerry van alles wijs te maken, de koelkast leeg te halen, een puinhoop te maken en Mammie wakker te maken.
Mammie vervangt Tom door een jongere kat die een bliksemsnelle jager is. Tom en Jerry vormen een alliantie om van deze gevaarlijke nieuwkomer af te komen.
De zeven korte films waaruit GENIUS PARTY bestaat, kunnen niet diverser zijn, alleen verbonden door een hoge standaard van kwaliteit en inspiratie. Het introstuk van Atsuko Fukushima is een fantastische abstractie om met de ogen in je op te nemen. Masaaki Yuasa, bekend van MIND GAME en CAT SOUP, brengt zijn kenmerkende en bedrieglijk eenvoudige grafische stijl en droomtoestandslogica naar de tafel met 'Happy Machine', zijn draai aan het vroegste jaar van een kind. Shinji Kimura's griezelige 'Deathtic 4' lijkt ondertussen de griezelige hoeken van de verbeelding van een kind aan te boren en een speelgoeddoos vol duistere geneugten te openen. Hideki Futamura's 'Limit Cycle' roept een visie op van virtual reality, terwijl Yuji Fukuyama's 'Doorbell' en 'Baby Blue' van Shinichiro Watanabe ingetogen realisme gebruiken voor zeer surrealistische doeleinden. En Shoji Kawamori, met 'Shanghai Dragon', neemt de stijlfiguren en conventies van traditionele anime mee voor een erg leuke joyride.