Na zijn ontdekking wordt de jonge graffiti-kunstenaar Jean Michel Basquiat direct bestempeld als een van de grootste talenten van de New Yorkse kunst-scene. Hij treedt toe tot de kleine kring van vertrouwelingen rond Andy Warhol. Zijn schilderijen vinden grif aftrek bij belangrijke musea en kunstverzamelaars, en de media storten zich vol overgave op de eerste zwarte kunstenaar die succes heeft in de voornamelijk door blanken gedomineerde kunstwereld. Maar terwijl zijn ster blijft rijzen, buigt Basquiat steeds verder onder het juk van zijn eigen succes. Zijn leven krijgt een fatale wending als hij zijn uitvlucht zoekt in het gebruik van alcohol en drugs.

“Harry Benson: Shoot First” brengt de illustere carrière van de beroemde fotograaf in beeld die in eerste instantie roem verwierf met The Beatles, wanneer hij hun eerste reis naar de Verenigde Staten in 1964 toegewezen kreeg om vast te mogen leggen.

Eric O’Neill start als groentje bij de FBI maar krijgt van hogerhand de opdracht om zijn nieuwe baas in de gaten houden. Deze Robert Hanssen is een prettige collega, gaat trouw naar de kerk, is de perfecte echtgenoot en lijkt een voorbeeldig man. Eric komt er echter al snel achter dat zijn baas tegen betaling belangrijke informatie doorspeelt aan de Russen en hierdoor verantwoordelijk is voor een miljardenschade en een onbekend aantal doden. Terwijl Eric steeds dichter bij het ultieme bewijs komt, ruikt Hanssen onraad en stijgt de spanning naar het kookpunt. En een topspion in het nauw is levensgevaarlijk.