Ishaan Awasthi is een achtjarige jongen, die meer geïnteresseerd is in zijn omgeving, dan in school. Hierdoor wordt hij naar kostschool gestuurd. Ook hier haalt hij slechte cijfers.

Een stervende man denkt terug aan zijn leven: zijn jeugd tijdens de Tweede Wereldoorlog, zijn toenemende zelfstandigheid tijdens zijn adolescentie, en later een pijnlijke scheiding in zijn familie.

Sam Dawson is een verstandelijk gehandicapte met de mentale leeftijd van een 7-jarige. Hij werkt bij StarBucks en heeft een obsessie voor The Beatles.

In de zomer van 1976 raakt Patrick Desmouceaux bevriend met de nieuwe student Julien Leclou. Patricks moeder is overleden, en zijn vader verlamd, maar Patrick ontvangt toch veel liefde van de moeder van een klasgenoot.

De veertienjarige Olof verlaat zijn pleeggezin op zoek naar werk. Hij wil op eigen benen staan. Om te voorzien in zijn levensonderhoud neemt hij verschillende baantjes, als houthakker, metselaar, afficheplakker, houtzager en snoepverkoper. Op een gegeven moment lukt het hem om zich aan te sluiten bij een rondtrekkend filmgezelschap en daar operateur te worden. Omdat hij ervaring opdoet bij veel werkterreinen en arbeidsomstandigheden aldaar, sluit Olof zich aan bij de vakbond en sluit zich aan bij een nieuwe socialistische beweging die zich inzet voor een betere situatie voor de werknemers op het platteland.

Op zijn elfde leende Jonathan Caouette de camera van de buurman en begon hij zijn dagelijks leven te filmen. Hij maakte kortfilmpjes, filmde interviews met zijn familieleden, verzamelde foto's, berichten op het antwoordapparaat, audiodagboeken en monteerde alles met iMovie. In 20 jaar tijd heeft hij een spectaculair archief verzameld met meer dan 160 uur audio- en beeldmateriaal. Door zichzelf en zijn omgeving te filmen wilde hij ontsnappen uit de chaos van zijn dagelijks leven. Uiteindelijk verhuisde hij naar New York en vond een thuis en rust bij zijn vriend David Sanin Paz. Wat begon als een experiment werd een portret van een Amerikaanse familie die uiteenvalt door armoede, misbruik, verwaarlozing en drugs. Een portret van zijn eigen familie.

Nadat Bobby de begrafenis van een jeugdvriend heeft bijgewoond bezoekt hij het huis waar hij als kind gewoond heeft. Hij wordt overspoeld met herinneringen aan deze tijd, waarin hij en zijn alleenstaande moeder een mysterieuze nieuwe huurder kregen, met wie hij bevriend raakte.

De elfjarige Jack heeft twee broers en woont bij zijn ouders. Op jonge leeftijd lijkt alles hem toe te lachen. Zijn moeder is lieflijk en vergevingsgezind en zijn vader probeert hem klaar te stomen voor de harde wereld. Dat de wereld inderdaad geen prettige plaats is, leert Jack als hij in aanraking komt met ziekte, lijden en de dood. Als volwassen man wordt Jack een verdwaalde ziel in een moderne wereld die op bijzondere wijze zijn weg probeert te vinden.

Na een afwezigheid van bijna twintig jaar keert Dito, inmiddels een succesvol schrijver in L.A., terug naar Queens, een arbeiderswijk in New York waar hij opgroeide, om nog eenmaal zijn ernstig zieke vader te zien. Daar wordt hij geconfronteerd met de mensen die hij achterliet.

Vier vrienden ontmoeten elkaar in de bossen voor hun jaarlijkse jachtpartij. Wanneer een vreemdeling gedesoriënteerd hun kamp binnen strompelt raken de vrienden in strijd met een legerkolonel en een wezen dat van één van hen bezit heeft genomen.