Quebec, 1952. Bisschop Bilodeau brengt een bezoek aan de plaatselijke gevangenis om de biecht af te nemen aan Simon, een vroegere klasgenoot, die veertig jaar geleden levenslang kreeg wegens moord.

We ontmoeten de vijftienjarige Oliver Tate. In zijn hoofd is hij een genie, in realiteit is hij sociaal onberekenbaar en niet populair. Deze zomer heeft hij als doel om zijn maagdelijkheid kwijt te raken en het huwelijk van zijn ouders te redden. Zijn moeder staat namelijk op het punt er vandoor te gaan met haar buurman.

Ariane woont in Simons grote Parijse appartement. Hij wil alles van haar weten, volgt haar, laat haar begeleiden op haar reizen en ondervraagt ​​haar voortdurend. Dat ze van vrouwen houdt en haar dubbelleven verergert zijn lijden, zijn hulpeloosheid en zijn verlangen naar haar alleen maar.

Dennis is een nieuwe gevangene. Mike is een oudere zwarte gevangene. Samen worden de twee geconfronteerd met vijandige gevangenisfunctionarissen en gevangenen in hun pogingen een liefdevol stel te worden.