In het jaar 1996 verzamelen twintig dansers zich tijdens een drie dagen durende repetitie op een afgelegen plek voor een laatste choreografie, gevolgd door een feest.

Carol Hammond is de dochter van een prominente Engelse politicus die enorm te lijden heeft onder nachtmerries waarin ze deelneemt aan bizarre orgieën. Op een dag wordt haar buurmeisje dood in haar bed gevonden en lijken de dromen van Carol realistischer te zijn dan ze aanvankelijk dacht.

Reykjavik, april 1999. Een man wordt verhoord door de politie. Hij is de avond tevoren opgepakt na een vechtpartij. Stebbi kan zich er niets meer van herinneren. Hij was weer eens stomdronken. Als hij voor het politiebureau een sigaretje staat te roken, ontmoet Stebbi zijn jeugdvriend Tóti, een vent uit één stuk met een enorme tatoeage op zijn kale hoofd, oorbellen, een sikje en vervaarlijke ogen. 'Als je problemen hebt, moet je me maar bellen', zegt Tóti en drukt Stebbi zijn visitekaartje in handen. 'Ik bewijs jou een dienst; in ruil daarvoor moet je mij een dienst bewijzen.'

Een gestoorde priester, die getuige is van een occult ritueel, denkt dat het volk bezeten is en start een privé-inquisitie om de demonen uit te drijven door ze dood te martelen.

Tweehonderd mensen zijn in een ruimteschip ondergebracht dat van de dictators van de aarde ontsnapt. Deze experimentele film werpt een blik op hun gedrag en hun gevoelens terwijl ze opgesloten zijn voor 72 uur in afwachting van hun dood.