Hoe kwam het dat we boerderijdieren niet langer als levende wezens zien, maar als objecten? Jaarlijks worden wereldwijd 70 miljard boerderijdieren geslacht voor consumptie. 80 procent wordt gehouden op grote landbouwbedrijven. Ze leven opeengepropt in overvolle stallen, worden vetgemest en uiteindelijk geslacht zonder ooit in de natuur te zijn geweest. Onderzoek in Polen, de VS, Duitsland en Vietnam dringt door tot de bodem van het systeem en van de verantwoordelijken. De vleesindustrie wordt gesubsidieerd door de staat. Bedrijven, overheden en consumenten steunen stilzwijgend een gedereguleerd en ontmenselijkt economisch systeem dat onbeperkte consumptie van dierlijke producten tot de norm maakt – en dus dierenmishandeling. De documentaire beschrijft de triomf van de industriële landbouw, waarin dieren onvoorstelbaar lijden moeten ondergaan en een handelswaar moeten worden, een grondstof die altijd beschikbaar is en naar believen kannibaliseert en verwerkt kan worden.

Toen de pandemie toesloeg, werd duidelijk hoezeer de westerse landen afhankelijk zijn van de chipindustrie. Tegenwoordig zijn Europa, Amerika en China verwikkeld in een intense commerciële strijd om deze sector, die zo strategisch is voor de toekomst, te domineren. Van Taiwan tot Shanghai, via Brussel en San Francisco, ging onderzoeksjournalist Nicolas Vescovacci de meest invloedrijke spelers ontmoeten in deze microchipoorlog, die de geopolitiek van de wereld opnieuw definieert.

Sinds de jaren vijftig begreep Hollywood de grote macht van tieners als consumenten en wijdde het zich aan het maken van films voor hen die hun zorgen weerspiegelden en die zeer winstgevend bleken te zijn, aangezien ze goedkoop te produceren waren en geen grote sterren in de cast hadden.