Culturen botsen. Hoop doet leven. Als een Chinese miljardair een fabriek heropent en tweeduizend Amerikaanse arbeiders aanneemt, viert hoop en optimisme hoogtij, maar onenigheid tussen het hoogtechnologische China en de Amerikaanse arbeidersklasse veroorzaakt al gauw de nodige tegenslag.

Komiek Gary Gulman treedt op in het Wilbur Theatre in Boston. Onderwerpen zijn onder meer de financiële crisis; films huren; en een gesprek tussen Bill Gates en Donald Trump.

Si-hyun, beleidsmanager bij de Koreaanse Bank, voorspelt een enorme nationale financiële crisis en meldt dit bij de directeur. Die plant echter 10 dagen later pas een crisisoverleg, maar doet dit zonder het publiek op de hoogte te stellen van de situatie. Si-hyun dringt er op aan dat de crisis wordt aangekondigd om mensen te waarschuwen voor de dreigende ramp, maar haar pleidooi wordt genegeerd. De top wordt achter gesloten deuren gehouden.

De film volgt de carrière van Jackie Cogan. Cogan is een handhaver, en als de regels van de maffia verbroken worden wordt hij ingehuurd. Wanneer er een roofoverval plaatsvindt tijdens een kaartspel met hoge inzet, onder de bescherming van de maffia, wordt Cogan ingevlogen. Vakkundig, met de efficiëntie van een meedogenloze zakenman, een scherpzinning gevoel voor mensenkennis, en een stijl zo koelbloedig als zijn blik, opereert hij met betrouwbare precisie.