In Brighton in het jaar 1957 heeft de politieagent Tom Burgess een relatie met de lerares Marion. Tom valt echter op mannen, maar is genoodzaakt dit, omwille van wat de samenleving van hem verwacht, geheim te houden. Hij begint een verhouding met de museumcurator Patrick. Tom verdringt zijn ware gevoelens en trouwt uiteindelijk met Marion.

Tom wordt door zijn vriend en collega Jeff op een regenachtige dag van de baan gereden. Hij knalt tegen een boom en sterft. Tom laat een vrouw en een zoon achter. Net op dat moment wordt er in een steeg een puppy geboren. Al vanaf het eerste moment beseft het diertje dat hij in een vorig leven een mens geweest is. Toch heeft hij het gevoel dat hij heel wat moet leren in deze voor hem gloednieuwe wereld. Hij wordt opgevangen door Rumbo, een oudere hond die hem uit een asiel bevrijdde. Samen met hem verkent 'Fluke' het leven in de grootstad, met vallen en opstaan. Maar de flitsen uit zijn menselijk verleden blijven hem achtervolgen en hij besluit op zoek te gaan naar zijn gezin.

Op het eerste gezicht lijkt Carag een normale jongen, maar hij heeft een geheim. Carag kan namelijk van gedaante wisselen. Hij is als poema opgegroeid in de bergen en leven in de mensenwereld vindt hij niet makkelijk. Pas wanneer Carag wordt toegelaten tot Clearwater High, een geheime school voor zogenaamde Woodwalkers zoals hij, voelt hij zich thuis. Op school leert hij Holly - een brutale rode eekhoorn - en Brandon - een verlegen bizon – kennen. De drie transformeerders worden al snel vrienden en vrienden kan Carag goed gebruiken, want een groep wolven-woodwalkers is niet heel blij met een poema op hun school.

Kopenhagen, Denemarken. Terwijl de jonge Ida vermist blijft, wordt Sander ondervraagd door twee mannen in een leeg appartement.

Nadat zijn geliefde dochter naar de stad is vertrokken om zijn schuld af te betalen, wordt een oude boer gek als haar brieven minder frequent worden en het vermoeden bestaat dat ze haar lichaam gebruikt om het geld te bemachtigen.