Na het overlijden van haar oma verkent de achtjarige Nelly het huis en de omgeving waar haar moeder opgroeide. In het bos ontmoet ze een ander jong meisje. Langzamerhand wordt duidelijk dat ze het meisje kent, maar wie is ze? Nelly ontdekt dat haar moeder ook jong is geweest en dat helpt haar te begrijpen wie haar moeder is.

Het tienjarige zoontje van een ongehuwde moeder voelt zich ongewenst als zijn moeder hem in een tehuis voor lastige kinderen wil plaatsen. Hij wordt door de voogdijraad naar een pleeggezin gestuurd waar hij achtergesteld wordt ten opzichte van de eigen kinderen.

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog is de negenjarige violist Dovidl, een Poolse Jood, naar London gevlucht. Op zijn 21ste staat hij op het punt zijn eerste concert te geven als hij zonder enig spoor van de aardbodem verdwijnt. Zijn broer Martin, die hem altijd al op handen heeft gedragen, krijgt decennia later van een jonge violist een muziekstuk te horen dat enkel en alleen door Dovidl aangeleerd had kunnen zijn. Martin begint een onderzoek naar zijn verloren broer wat tot verrassende ontdekkingen leidt.

In een afgelegen huis op het Zweedse platteland in de zomer van 1981, zet een tienjarig meisje de eerste schreden op het pad naar volwassenheid. Het meisje moet de zomer doorbrengen met haar Boheemse tante, als haar ouders naar Afrika gaan voor het werk. Maar zij kan niet van haar tante op aan, en als haar tante een zeiltocht gaat maken met een man die ze nog maar nét heeft leren kennen, besluit het meisje om voor zichzelf te gaan zorgen.

Vier vrienden ontmoeten elkaar in de bossen voor hun jaarlijkse jachtpartij. Wanneer een vreemdeling gedesoriënteerd hun kamp binnen strompelt raken de vrienden in strijd met een legerkolonel en een wezen dat van één van hen bezit heeft genomen.