Duitsland, zomer 1936. Toni en Andi zijn jeugdvrienden die een passie voor bergbeklimmen delen. Ze zijn geobsedeerd door het trotseren van de beruchte Noordwand (in de volksmond 'Moordwand') van de berg Eiger. Ze gaan over tot beklimming onder grote media-aandacht, onder meer van Toni's jeugdliefde Luise die nu journaliste voor de Nazi-partij is. Onderweg komen de heren ook nog twee Oostenrijkers tegen met wie ze optrekken, maar dan draait het weer volledig om.

Heinrich Harrer is een Oostenrijker met Nazisympathieën die in 1939 besluit twee Himalaya-bergen te beklimmen. Door een serie van gebeurtenissen worden hij en medeklimmer Peter Aufschnaiter de enige twee buitenlanders in de Tibetaanse heilige stad Lhasa. Daar neemt Heinrichs leven een drastische wending.

Een groep jonge vrouwen met dezelfde hobby, namelijk speleologie, gaat op onderzoek uit in een diepe grot. De vrouwen komen in de grot iets tegen wat ze liever nooit hadden gezien en moeten alles in het werk stellen om weer levend uit de grot te geraken.

1996. Ondanks waarschuwingen over een grote storm die voorspeld is, gaan twee teams op klimexpeditie naar de top van de Mount Everest. Een team staat onder leiding van gids Rob Hall, het andere team wordt geleid door Scott Fischer.

Tijdens het beklimmen van een berg kan Gabe het niet voorkomen dat een vriendin zo'n 4000 voet naar beneden valt. Een jaar later wordt Gabe gevraagd om naar dezelfde berg terug te keren om een groep gestrande klimmers te redden. Deze mensen zijn echter criminelen op zoek naar drie koffers met geld en hebben een ervaren klimmer nodig om hen naar het geld te leiden.

De K2 is na de Mount Everest de hoogste berg ter wereld. Twee vrienden, Taylor en Harold, zijn redelijk ervaren bergbeklimmers. Ze besluiten de K2 te gaan beklimmen. Tijdens de klim komen niet alleen hun botsende persoonlijkheden naar voren, maar blijkt de K2 een uitermate lastig te beklimmen reus, waarop overal gevaar loert.