Wahid is een arme stationsmeester van een klein stadje in Beloetsjistan. Als zijn vrouw plotseling komt te overlijden moet hij, naast zijn persoonlijke verdriet verwerken, in het reine komen met met trauma's uit zijn jeugd en de moeilijke omstandigheden die tot de dood van zijn vrouw leidden.
Een spirituele slasher noemt Braziliaans filmmaker Ramon Porto Mota zijn debuut, en die beschrijving is helemaal raak. Bloed vloeit er nauwelijks bij het groepje tieners dat voor een korte vakantie op een eiland arriveert – een plek waar verder nauwelijks andere zielen lijken te leven en waar het bijna altijd donker is. Het zijn ook niet hun lichamen die hier versneden worden. Ze praten, drinken, zwerven buiten over het strand en hebben steeds verontrustender visioenen. Het zijn herinneringen aan een toekomstige droom, zegt iemand. Weer helemaal raak. Hun portretten op een telefoon lijken aangetast door zuur. Uit al die dingen construeert Porto Mora een geraffineerde metafoor voor de toekomst die voor elk van hen ongewis is. Achter hen ligt de jeugd, waarover ze vertellen als ze herinneringen ophalen. Voor hen de duisternis. Wat ze zullen vinden, weten ze nog niet. Wat ze zullen verliezen, wordt op het eiland met elk uur dat verstrijkt duidelijker.