Een uitgebreide documentaire over het leven en werk van de grote componist. Er zijn meer dan 65 optredens van de beste muzikanten ter wereld opgenomen en 100 interviews afgenomen bij het maken van deze prachtig vormgegeven film. Elf interviews zijn opgenomen in de Extra's en zes volledige delen.
Kan een kunstwerk 200 jaar na zijn creatie relevant blijven? De laatste voltooide symfonie van Ludwig van Beethoven bewijst dat het mogelijk is.
Deze documentaire reist door Varanasi, Lucknow en Muzzafarpur in India en traceert de verloren tradities en de cultuur van tawaifs (courtisanes van Noord-India), vooral via een lied gezongen door Rasoolan Bai, 'Lagat karejwa ma chot, phool gendwa na maar' en de minder bekende, eerdere versie 'Lagat jobanwa ma chot, phool gendwa na maar' (opgenomen in een grammofoonopname uit 1935). De film verweeft het verleden met het heden en wisselt persoonlijke verhalen af terwijl hij in wisselwerking staat met historische gebeurtenissen, wat uiteindelijk leidt tot de teloorgang van een grote kunstvorm.
Met deze uitvoering van de Missa solemnis verwierf Nikolaus Harnoncourt, eregastdirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest, opnieuw de status van levende legende, vooral dankzij zijn brede expertise op het gebied van muziek uit de barok en de klassieke tijd. De veelgeprezen solisten zijn Marlis Petersen (sopraan), tweemaal zangeres van het jaar door het gerenommeerde tijdschrift Opernwelt, Elisabeth Kulman (alt), Werner Güra (tenor), winnaar van de BBC Music Magazine Award voor de beste vocale uitvoering, en Gerald Finley (Bass), Grammy-Awardwinnaar voor de beste opera-opname. Zij worden begeleid door het bekende Groot Omroepkoor.
De Negende symfonie van Beethoven wordt niet alleen beschouwd als het meesterwerk van de componist, maar ook als een van de grootste creaties uit de muziekgeschiedenis. In vorm en inhoud vertegenwoordigt het een denkbeeldige brug tussen de twee artistieke tijdperken van classicisme en romantiek: hoewel het vierdelige schema gebaseerd is op het traditionele Mozart-Haydn-model, was de opname van een vocale component in het slotdeel een echte innovatie in het symfonische genre van zijn werk Time. Het vierde deel van de Negende symfonie, waarin het orkest wordt begeleid door vier vijfstemmige solisten en een gemengd koor, is het echte hoogtepunt.