Sicilië, 1941. De Tweede Wereldoorlog is in volle gang. Toch hebben de mannen iets heel anders aan hun hoofd. Een groep 13-jarige jongens is verliefd op de mooie Malèna, de vrouw van een plaatselijke soldaat. Eén van de jongens, Renato, volgt haar constant en bespioneert haar bij haar meest intieme momenten. Malèna heeft een betoverend effect op het mannelijke deel van de bevolking in het dorpje waar ze woont, maar de vrouwen hebben hun oordeel over de buitenstaander snel klaar.

Felicien Mezeray, een rijke kunsthandelaar ontmoet bij schilder Dubois, een chagrijnige en boze oud-legionair, genaamd Legrain, die op zijn rug een mooie tatouage van een schilderij van Modigliani draagt. Vanaf dat moment wordt Mezaray geobsedeerd door het idee om dit Ouevre van de grote schilder van Montparnasse te kopen. Ondanks de weigering van Legrain om letterlijk "zijn vel te verkopen" onderhandelt Mezeray met twee Amerikaanse verzamelaars, Smith en Larsen. Legrain, verbijsterd door de gekke woede van Mezeray, gaat uiteindelijk akkoord op voorwaarde dat deze zijn gehele landhuis van boven tot beneden herstelt.

Tijdens het feest der doden in Los Angeles zijn hij en zijn zoon getuige van een executie, en ze moeten dit met de dood bekopen. Een kraai brengt hem echter terug naar zijn vriendin Sarah, die hem vertelt dat hij moet uitzoeken wie er achter hun dood zat. Het spoor leidt naar een drugdealer en zijn excentrieke topman.