In 1987 wordt de universiteitsstudent en voorstander van de democratie Park Jong-chul door de politie gearresteerd en gemarteld tot hij overlijdt. Zowel de politie als de overheid pogen deze zaak in de doofpot te stoppen, maar ze krijgen tegenstand van de media en de universiteitsstudenten die er alles aan willen doen om de waarheid naar buiten te brengen.

Mei, 1980. Man-seob is een taxichauffeur in Seoel die zijn jonge dochter alleen moet opvoeden met hoge ziekenhuisrekeningen nadat zijn vrouw overleed. Op een dag hoort hij dat een Duitser genaamd Peter bereid is een grote som te betalen voor een heen-en-terug reis naar Gwangju.

1986. De provincie Gyunggi. Het lichaam van een op beestachtige wijze verkrachte en vermoorde vrouw wordt gevonden. Twee maanden later vindt een serie soortgelijke verkrachtingen en moorden plaats. Een speciale eenheid wordt in het gebied ingezet.

In Noord-Korea vind in de nabije toekomst een militaire staatsgreep plaats. Voormalig leider van het land slaat samen met Eom Chul-Woo op de vlucht naar Zuid-Korea, vervolgens worden de twee landen nu geconfronteerd met een crisis.

Hana, een 12-jarige die zich zorgen maakt over haar ouders die elke dag ruzie maken, en Yumi en Eugene, die niet graag vaak verhuizen, ontmoeten elkaar toevallig in de buurt tijdens de zomervakantie en worden hecht door hun hart te delen. De drieën, die beste vrienden werden terwijl ze openhartig waren over hun onopgeloste zorgen over hun 'familie', trekken eropuit om hun 'thuis' te beschermen, dat kostbaarder is dan wat dan ook.

Byung-gu, een ooit beroemde voormalige professionele bokser, komt rond met klusjes in de sportschool. Terwijl hij graag weer wil beginnen met boksen, wordt bij hem de diagnose 'punch dronken syndroom' gesteld, een aandoening die wordt veroorzaakt door een hersenschudding. Op een dag arriveert er een nieuw lid van de sportschool en meldt zich aan om Byung-gu te helpen.