De anti-Ching patriotten, onder leiding van Ho-Kuang Han hebben hun basis in Kanton, vermomd als schoolmeesters. Tijdens een gewelddadige aanval weet Liu te ontsnappen en legt zich toe op de martial arts teneinde wraak te nemen.

Lee wordt door de geheime dienst binnengehaald om aan een vechtsporttoernooi mee te doen, op een eiland geregeerd door een drugsdealer. Lee krijgt de opdracht hem uitschakelen, maar er mogen geen wapens op het eiland zijn.

Een aan lager wal geraakte voetbalcoach stelt een nieuw elftal samen van voormalige Shaolin-monniken die hun unieke vechtstijlen gebruiken in de voetbalsport. De aanvoerder van het team is Shaolin-meester (Honk Kong superster Stephen Chow) die zijn 'Stalen Been Techniek' aanwendt om de bal met lichtsnelheid de goal in te trappen. Hun doel is het winnen van het nationale toernooi met een miljoen dollar als hoofdprijs. Maar wanneer ze dichterbij de hoofdprijs komen, bedenkt een corrupte voetbalbobo een vuil plannetje om het Shaolin-team te dwarsbomen.

Als z'n vrouw en alle inwoners van het dorp op beestachtige wijze worden vermoord door Manchu terroristen, neemt meesterstrijder Kwun wraak met de enige overlevende van de slachting, zijn zoontje Ting. Zeven jaar lang weten ze het dodelijke leger voor te blijven. Dan komt Kwun vijf jonge Shaolin-meesters tegen die een gedetailleerde kaart op hun ruggen hebben getatoeerd. Deze kaart wijst de weg naar een onbetaalbare schat. Het duurt niet lang voor de Manchu hier achterkomt...

Pai Mei, Manchu-troepen vallen de Shaolin-tempel binnen waaruit verschillende Chinese patriotten, waaronder de beroemde Hung Hsi-kuan, op wonderbaarlijke wijze ontsnappen. Deze laatste ontmoet later een kungfu-expert, Fang Yung-chun, met wie hij trouwt. Om Pai Mei te verslaan besluit de held de “Tiger” -techniek te beoefenen, maar zijn vrouw adviseert hem ook om de “Crane” -techniek te oefenen om de verrader te verslaan. Hung Hsi-kuan is te trots en negeert dit advies liever...

Een tiener uit New York is geobsedeerd door klassieke kung-fu films. Op een dag doet hij een buitengewone ontdekking in Chinatown: hij vindt de legendarische Ru Yi-staf van de Chinese strijder Sun Wukong "the Monkey King". Met het verloren gewaande overblijfsel in handen wordt de tiener onverwacht teruggestuurd naar het oude China om daar de ware betekenis van kung-fu te leren.

De jonge vechter Hsu Yiu Fong (Jackie Chan) wordt ervan verdacht alle Shaolin meesters in de Hua bergen te hebben vermoord en hun boek met de instructies voor de onverslaanbare techniek de "Kunst van de Slang en Kraanvogel" te hebben gestolen. Hsu zegt onschuldig te zijn, maar wordt desondanks achtervolgd door verschillende clans, met Chian-Tse, de notoire leider van de clan van de Zwarte Draak, als de sterkste.

Na een moordaanslag op de grootmeester van de Shaolin-tempel ziet de betrokken ninjaclan van Japanse afkomst zich genoodzaakt om op vernederende wijze het goed te maken met de monniken. Shang Ren, leider van de Hi-Ho-ninjaclan, legt echter een eed af om de eer van zijn landgenoten te wreken door zijn hoogopgeleide ninja's te lanceren om de Shaolin-tempel aan te vallen...

Jackie is een leerling op de kung-fu school die altijd ongehoorzaam en een kwelling voor zijn leraren is. Met de hulp van vijf 'gekke' geesten leert hij ongelofelijke kung-fu, die hij nodig heeft om de dief, die het kostbaarste boek van de school gestolen heeft te vernietigen.

In de jaren '30 werd een Japanse sekte, The Temple of Hades, bevolen samen te werken met de Japanse militairen om China te vernietigen. Ze kopen jonge kinderen van arme families, die vervolgens worden opgeleid tot dodelijke moordmachines die het rijk van Japan dienen. Een van hen is Vajra, die door zijn ontvoerders gedwongen werd te vechten voor eten. Diezelfde ontvoerders zijn verantwoordelijk voor de dood van zijn broer. Jaren later is Vajra opgegroeid en een van de belangrijkste moordenaars in de Hades sekte. Vajra ontsnapt naar China en voegt zich bij Shaolin, waar hij spirituele verlichting vindt. Hij is nu vastbesloten China te steunen tegen Japan.