Twee oude jeugdvrienden komen na een lange tijd weer tegen over elkaar te staan. De ene is een joodse prins (Ben-Hur) en de andere een Romeinse generaal. Ze zijn blij elkaar weer te zien na zo'n lange tijd maar hun verschillende politieke meningen zorgen voor heel wat overlast tussen de twee.

Twee jonge mannen ontmoeten elkaar in de zomer van 1963 en komen tot een onverwachte band. Ze hoeden samen schapen op Brokeback Mountain. Als de klus er op zit gaan ze ieder hun weg en brengen langzamerhand orde in hun bestaan.

Wanneer Manuela haar 17-jarige zoon Esteban verliest bij een auto-ongeluk reist ze af naar Barcelona om zijn vader het droevige nieuws te vertellen. Esteban's vader gaat tegenwoordig als vrouw door het leven en heeft nooit van het bestaan van zijn zoon geweten.

1984. De 11-jarige Billy Elliot woont in een mijnwerkersstadje in het noordoosten van Engeland. Zijn moeder is onlangs overleden en hij moet vaak op zijn demente oma passen. Zijn vader en oudere broer Tony, beide mijnwerkers, zitten thuis.

Begin jaren '60 ontdekken twee jongens, Ignacio en Enrique, de liefde, films en angst op een Christelijke school. Vader Manolo, het hoofd van de school en literatuurleraar, is getuige van deze ontdekkingen, maar neemt er ook aan deel. De drie personages staan nog twee keer tegenover elkaar, eind jaren ’70 en in 1980. Deze ontmoetingen veranderen het leven én de dood van sommige van hen.

Op de straten van Johannesburg leeft de 19-jarige Tsotsi. Tsotsi betekent "gangster" in straattaal, maar zijn echte naam en de herinneringen aan zijn verleden drukt Tsotsi weg. Hij is erg impulsief en gewelddadig en veel mensen zijn bang van hem. Samen met een aantal anderen leeft Tsotsi van de straatmisdaad. Als op een avond één van zijn bendeleden Tsotsi blijft vragen naar zijn verleden slaat hij hem in elkaar. Hij slaat op de vlucht en berooft een vrouw van haar auto. In de auto blijkt een baby van drie maanden te zitten. De baby brengt een zorgzame kant in Tsotsi naar boven.