Een duistere fabel die zich afspeelt in een Tsjechisch dorp uit het begin van de jaren vijftig, een tijd van Sovjet-achtig socialisme waarin de implementatie van gecollectiviseerde landbouw en de massale sluiting van kloosters plaatsvond.
De harde, teruggetrokken agent Jim Wilson wordt naar een plaatsje buiten de stad gestuurd om de moord op een jong meisje te onderzoeken. Daar ontmoet hij de blinde, maar aantrekkelijke en onafhankelijke Mary Malden. Mary's broer echter, is de hoofdverdachte in de moordzaak.
Tim is een jongeman met een intelligentie van ver onder het gemiddelde. Voor zijn werk bouwt hij dingen voor mensen, waarbij vaak misbruik van hem wordt gemaakt. Mary vraagt hem om voor een dag in zijn tuin te komen werken. Maar die ene dag worden een paar weken en ze worden goede vrienden. Maar sommige mensen zijn wantrouwig over hun vriendschap, die steeds sterker wordt en beschuldigen Mary van het misbruiken van Tim.
Een oudere vrouw hangt zichzelf op in een kerk in de afgelegen Westfjorden van IJsland. Via haar zelfmoordbrief ontdekt een psychiater dat ze geobsedeerd was door de verdwijning van haar 8-jarige zoon, die zonder een spoor drie jaar geleden is verdwenen.