We schrijven 1781 en Antonio Salieri is werkzaam als de competente hofcomponist van Keizer Jozef II. Wanneer Mozart aan het hof arriveert, moet een verbijsterde Salieri vaststellen dat de goddelijke muzikale inspiratie waar hij zelf naar zoekt, werd geschonken aan een losbandige, hondsbrutale nar.
František Louka is een begaafd cellist, maar om politieke redenen uit het Tsjechisch filharmonisch orkest gezet. Zijn geld verdient hij met het spelen op uitvaarten en het restaureren van grafstenen, maar hij heeft altijd een chronisch geldgebrek.
Farinelli is zes jaar oud wanneer hij wordt gecastreerd. Al vlug beseft hij dat zijn uitzondelijk zuivere sopraanstem nu alles is wat hem rest. Zijn talent blijft niet onopgemerkt. Hij ontmoet Händel en die nodigt hem uit mee naar Engeland te gaan. Riccardo, die zelf componist is, dwarsboomt die plannen.