De twintigjarige student Evan Treborn beschikt over een unieke maar levensgevaarlijke gave. Hij is in staat terug te keren naar zijn verleden. Voor Evan, die geplaagd wordt door schuldgevoelens, lijkt het de ideale manier om de levens van zijn vrienden.

Christopher Robin, het jongetje uit de Winnie de Poeh-verhalen, is opgegroeid tot een verantwoordelijke man die zich op zijn werk en gezin met zijn vrouw Evelyn richt. Door de jaren heen is hij echter zijn verbeelding kwijtgeraakt waardoor hij wordt opgezocht door zijn oude vriend Winnie de Poeh.

De slechte Krank en zijn hulpjes zijn gecreëerd door een gekke wetenschapper. Krank's probleem is dat hij gekweld wordt door het onvermogen om te dromen. Hij vindt het hierdoor nodig om de dromen van kinderen te stelen.

In de zomer van 1976 raakt Patrick Desmouceaux bevriend met de nieuwe student Julien Leclou. Patricks moeder is overleden, en zijn vader verlamd, maar Patrick ontvangt toch veel liefde van de moeder van een klasgenoot.

Na het overlijden van haar oma verkent de achtjarige Nelly het huis en de omgeving waar haar moeder opgroeide. In het bos ontmoet ze een ander jong meisje. Langzamerhand wordt duidelijk dat ze het meisje kent, maar wie is ze? Nelly ontdekt dat haar moeder ook jong is geweest en dat helpt haar te begrijpen wie haar moeder is.

Nadat Bobby de begrafenis van een jeugdvriend heeft bijgewoond bezoekt hij het huis waar hij als kind gewoond heeft. Hij wordt overspoeld met herinneringen aan deze tijd, waarin hij en zijn alleenstaande moeder een mysterieuze nieuwe huurder kregen, met wie hij bevriend raakte.

Na een afwezigheid van bijna twintig jaar keert Dito, inmiddels een succesvol schrijver in L.A., terug naar Queens, een arbeiderswijk in New York waar hij opgroeide, om nog eenmaal zijn ernstig zieke vader te zien. Daar wordt hij geconfronteerd met de mensen die hij achterliet.

Daryl, een tienjarig jongetje, wordt op een dag zwervend in de bossen gevonden. Hij heeft geheugenverlies. Via een kindertehuis komt hij bij een kinderloos echtpaar terecht. Daar lijkt hij zich te ontwikkelen tot een geniaal kind: hij is zijn klasgenootjes ver vooruit en maakt zich alle leerstof supersnel eigen.

Vier vrienden ontmoeten elkaar in de bossen voor hun jaarlijkse jachtpartij. Wanneer een vreemdeling gedesoriënteerd hun kamp binnen strompelt raken de vrienden in strijd met een legerkolonel en een wezen dat van één van hen bezit heeft genomen.