Sinan is een grote literatuurliefhebber en droomt er al jaren van om schrijver te worden. Nadat hij in zijn geboortedorp in Anatolië terugkeert, stelt hij alles in het werk om gepubliceerd te raken. Het zijn echter de schulden van zijn vader die hem inhalen.
Geïsoleerd en alleen in zijn appartement begint een verveelde jongeman zijn week vast te leggen.
Terwijl Ruth op liefdadigheidsbezoek is in een van de arme wijken van de stad, wordt ze gered van belediging door een jonge kerel uit de sloppenwijken. Uit dankbaarheid neemt ze hem mee naar huis met de bedoeling dat haar vader hem helpt. Haar vader verbiedt haar echter iets met hem te maken te hebben en beveelt haar hem weg te sturen.
Frank Johnson, een rijke landheer, zonder hart, heeft geen medelijden met de armen. Zijn koude houding ten opzichte van het publiek in het algemeen heeft een grote invloed op zijn leven, en wanneer hij Eleanor Groves ten huwelijk vraagt, is zijn manier van doen inderdaad allesbehalve die van liefde. Eleanor, hoewel ze om Johnson geeft, berispt hem en vertelt hem dat ze nooit met een man zou kunnen trouwen die zo wreed is als hij. Haar laatste afwijzing: 'De geest van je betere zelf zal aan je verschijnen en je doen beseffen wat voor een beest je bent', zet Johnson aan het denken.