In de vroege jaren '80 heeft politieagent Andres Stander genoeg van de apartheid, crisis en armoede in Zuid-Afrika, en besluit in een vlaag van gewetensnood dat hij iets moet gaan doen. Dit doet hij echter op een ongebruikelijke manier: door samen met zijn compagnons Alan Heyl en Patrick McCallhet, banken te gaan beroven, gehuld in de meest fantasierijke vermommingen.

Een architectuurstudent in Spanje worstelt met verdriet en ontmoet een andere buitenlandse die een moeilijke gezinssituatie wil ontvluchten.

Stephanie stort in een plas bloed tijdens een skireisje op school. Een arts ontdekt dat het bloed de nawerking is van een bevalling. Kort daarna wordt het lichaam van een pasgeboren baby gevonden in een toilet, de mond geblokkeerd met toiletpapier. Ondanks dat Stephanie volhoudt dat haar kind doodgeboren was en dat ze geen idee had dat ze zwanger was, wordt ze gearresteerd voor de moord op het kind.

Jeanne is een schrijfster, is getrouwd en heeft twee kinderen. Ze ziet veranderingen die haar niet bevallen; haar lichaam lijkt te veranderen, maar er is niemand die het ziet. Volgens haar gezin ligt het aan het feit dat ze te gestrest is, omdat ze denkt dat ze haar volgende boek niet op tijd afkrijgt. Toch is Jeanne ervan overtuigd dat er iets aan de hand is.

De huwelijksreis van Eric en Louise wordt verstoord door een vreemdeling die beweert een wonder te zullen verrichten. Ondertussen ervaren Erics broer en beste vriend allebei problemen met hun eigen relaties en willen ze hem waarschuwen voor de uitdagingen van het huwelijk.