Een tienerjongen, opgevoed door een moeder die zichzelf als paranormaal begaafd beschouwt, neemt een gepest kind op in zijn groep gewelddadige buitenbeentjes. Terwijl de problemen van de groep escaleren in levensbedreigende situaties, ontwaakt er een innerlijke stem in de jongen en slaagt hij erin om, met de hulp van zijn moeder en zijn nieuwe vriend, zijn eigen weg te vinden.

Geïsoleerd en alleen in zijn appartement begint een verveelde jongeman zijn week vast te leggen.