De film gaat over het Spaanse dorp Las Hurdes. Een stadje waar de inwoners geen fatsoenlijk eten hebben of kunnen verbouwen, alleen hevig vervuild drinkwater hebben, geen goede kleding of schoenen. Inteelt en achterlijkheid op een onbewoonbaar stuk land. Het dorpje was blijkbaar helemaal vergeten door het koninkrijk Spanje of erger gewoon aan haar lot overgelaten.

Brussel, Begijnhofkerk. Migranten organiseren een hongerstaking om aan papieren te komen. Een man sterft. Tunesië, Libië. Een grenskamp van Choucha-vluchtelingen vertelt over de gruwel van het oversteken van de Sahara naar het noorden. Luik. In een vluchtelingencentrum vertelt een man in een luchtkamer over zijn oversteek over de Middellandse Zee. Drie momenten van een strijd om te overleven.

Zwitserland voert nog steeds speciale vluchten uit, waarbij passagiers, gekleed in luiers en helmen, in het slechtste geval veertig uur lang aan hun stoel worden vastgeketend. Ze worden vergezeld door politieagenten en immigratieambtenaren. De passagiers worden naar hun geboorteland gevlogen, waar ze al twintig jaar geen voet meer hebben gezet en waar hun leven mogelijk in gevaar is. Kinderen, vrouwen en werk blijven achter in Zwitserland. In de buurt van Genève, in de gevangenis van Frambois, wonen 25 illegale immigranten die wachten op deportatie. Zij krijgen de kans om afscheid te nemen van hun families en met een reguliere vlucht terug te keren naar hun geboorteland, begeleid door politieagenten in burger. Als ze dit aanbod weigeren, wordt de speciale vlucht snel en onverwacht geregeld. De verhalen achter de afgesloten cellen zijn werkelijk hartverscheurend.