Op een mooie zomerochtend dalen de biologen Claude Nuridsany en Marie Perennou af in de jungle van een grasveld. Ze gaan er op zoek naar de bewoners van een onbekende wereld binnen de wereld, die van de fantastische wezens die tussen het gras en op het water leven.
Liefde en verlangen vullen de hoofden van dorpelingen in een Hongaars sprekend dorp in Transsylvanië, Roemenië, zelfs op hun oude dag. De tijd heeft hier stilgestaan, en hoewel de meeste dorpsbewoners ouder zijn, zijn ze verfrissend jong van geest.
Het begint allemaal met een jeugdherinnering: die dag waarop de vader van de toekomstige filmmaker Sebastiano d'Ayala Valva hem dwingt naar bepaalde muziek te luisteren die hem aanvankelijk angst aanjaagt; een verre echo uit het verleden die hem ertoe brengt het spoor te volgen van zijn mysterieuze voorvader, de Italiaanse componist Giacinto Scelsi (1905-1988), die beweerde dat zijn muziek rechtstreeks door de goden werd geïnspireerd.
Amanda (Marlee Matlin), wordt wakker in een Alice in Wonderland-achtige wereld. Haar tot dan toe oninteressante leven wordt ontrafeld tot op moleculair en kwantumniveau. Ze ontdekt dat haar neurologische processen onzekerheid met zich meebrengen en de vraag is of de realiteit wel echt is of slechts haar perceptie van de realiteit.