In de jaren 50 groeit Kya alleen op in de moerassen nadat ze door haar familie in de steek werd gelaten. Wanneer haar vroegere vriendje dood wordt teruggevonden, wordt ze door de politie tot de hoofdverdachte gebombardeerd. Ook de dorpelingen van Barkley Cove zien in de mysterieuze en wilde jonge vrouw de moordenares.

De jonge Eugenie beschikt in de negentiende eeuw over een unieke gave. Zij kan de doden zowel horen als zien. Wanneer haar familie dit ontdekt wordt ze door haar vader en broer naar het Salpêtrière-hospitaal gevoerd. De kliniek wordt geleid door Jean-Martin Charcot.

Een jonge man genaamd Kengo Kosaka lijdt aan extreme mysofobie. Door zijn dwangstoornis kan hij met niemand een relatie onderhouden. Kengo Kosaka is ook een eenzame jongeman. Ondertussen heeft middelbare scholier Hijiri Sanagi scopofobie. Omdat ze bang is om aangestaard te worden, weigert ze naar school te gaan. Zowel Kengo Kosaka als Hijiri Sanagi verwachten geen liefde bij iemand anders te vinden, maar ze ontmoeten elkaar en worden verliefd.

Troy en zijn zoontje Joe zijn op de vlucht in Montana. Ze hopen dat ze de Canadese grens kunnen halen, zolang ze onder de radar weten te blijven. Joe's moeder Sally heeft echter ontdekt dat ze vermist zijn, en schakelt de plaatselijke politieagent, Faith in. Maar als Faith meer over de zaak ontdekt, krijgt ze het vermoeden dat er meer achter de vermeende ontvoering zit.