Tijdens de hondendagen van de zomer verhuizen twee zussen en hun moeder naar een betonnen toren, omringd door landbouwgrond zover het oog reikt. De twaalfjarige Violette concentreert onschuldig haar ontluikende verlangens op Franklin, terwijl Isa, haar oudere zus, haar verdriet afwendt met kortstondige romances.