In Treasure Town regeren de weeskinderen Black en White de straten door geweld en terreur. Deze jongens zijn in alle opzichten het tegenovergestelde van elkaar: Black is de belichaming van alles dat fout is aan de stad.
Masaru en Shinji zijn niet bepaald de modelleerlingen die er alles aan doen om te slagen in de Japanse prestatiemaatschappij. Als ze al op school zijn, besteden ze hun tijd vooral aan het afpersen van medescholieren of aan verstoring van de lessen. Vaker zitten ze echter in het café en voeren gesprekken. Wanneer de stoerste van de twee, Masaru, op een dag in elkaar wordt geslagen, besluit hij zich te bekwamen in de bokssport. Shinji volgt zijn vriend gedwee en blijkt al snel over het noodzakelijke talent te beschikken. Hij kan een professioneel bokser en mogelijk zelfs een kampioen worden. In een door Masaru uitgelokt sparringpartijtje slaat Shinji zijn vriend K.O. De ambitieuze Masaru besluit te stoppen met boksen en maakt een snelle carrière bij de lokale Yakuza.
De koele, meedogenloze Todoroki, baas van de Sukiyakai gang, vertelt Hiura dat hij hem adopteert als zoon. Reiji wordt de tweede bevelhebber van Hiura's nieuwe sub-bende. Dat lijkt reden voor feest, maar de Dragon Skulls bedreigen het grondgebied van Todoroki.
Een futloze pompbediende raakt betrokken bij een gevecht met een klant en komt zo terecht in de onderwereld. Een vroegere vriend probeert hem te helpen, maar als dat niet mag baten, moeten ze een eigen methode zoeken om het vege lijf te redden.
Eun-jin is de vrouwelijke nummer twee van een misdaadorganisatie. Op een gegeven moment komt ze erachter dat haar zus dodelijk ziek is, en diens laatste wens is Eun-jin te zien trouwen. Eun-jin gaat op zoek naar een echtgenoot, maar dat blijkt niet makkelijk. Uiteindelijk ontmoet ze de conservatieve Su-il, die echter geen weet heeft van Eun-jin's dubbelleven.
Er staat een cocaïnedeal op het punt te eindigen tussen yakuza en Hong Kong-gangsters, en een kleine pornohandelaar wordt door een smerige agent als mol gebruikt.