In 1926 is Harry Houdini één van 's werelds beroemdste artiesten. Ondanks al het geld en de faam heeft Houdini echter één grote frustratie: dat hij niet bij het sterfbed van zijn moeder was om haar laatste woorden te horen. Benji McGregor en haar moeder Mary zijn twee straatarme bewoners van een krot in Edinburgh, die zich in leven houden door mensen te laten geloven dat zij met doden kunnen spreken. De twee vatten het plan op om de rijke Houdini voor de gek te houden, maar dat loopt niet geheel volgens plan...

Een weekendje in Philadelphia huren Tessa en Ben, een stel op de klippen, een kamer in het appartement van Adam, een teruggetrokken vreemdeling die al snel een onwillige voyeur wordt van de meest intieme delen van het leven van het stel. De spanningen lopen op als de drie een intiem gevecht aangaan om territorium te veroveren en terug te winnen.

Fotograaf Bob (Waldemar Torenstra) ontmoet tijdens een broeierige zomer op Texel de geschiedenisstudente Kathleen (Sophie Hilbrand). Wanneer hij haar later weer tegenkomt in de disco, waar ze een zomerbaantje heeft, ziet hij dat ze wordt opgehaald door een oude man bekend als "De Mummy". Dan maakt Bob kennis met Federici, die net als hij onder de indruk is van de mooie Kathleen. In de daaropvolgende dagen ontstaat er een geheimzinnige band tussen de twee mannen. Bob - inmiddels in de ban van Kathleen - volgt de ontmoetingen tussen Kathleen en De Mummy, die niet helemaal betrouwbaar lijkt nauwgezet. Wie is hij, en wat doet hij eigenlijk op het eiland? Wanneer Bob met de hulp van Federici de raadsels rond De Mummy en Kathleen ontrafelt, stuiten ze op een levensgevaarlijk en ingewikkeld complot. Het is de vraag of de liefde tussen Bob en Kathleen hier tegen bestand is.