Drie bewerkingen van bekende verhalen van de Amerikaanse schrijver Edgar Allen Poe. In het eerste verhaal, 'The Black Cat', vermoordt een man zijn vrouw en verbergt haar lijk in de kelder; in 'Morella' komen een man en zijn dochter na lange tijd weer samen, maar geven elkaar de schuld van de dood van hun vrouw en moeder; en in 'The Facts in the Case of M. Valdemar' wordt een man vlak voor zijn dood gehypnotiseerd en vertelt hij een paar hele vreemde dingen.
Als een groep piraat-plunderaars in een scheepswrak nog twee levende vrouwen ontdekt, verkrachten en mishandelen ze het duo tot ze bijna dood zijn. Zwaargewond weten ze weg te kruipen, waarna ze bij een oud kasteel aanbelanden. Daar sluiten ze een pact met de duivel, die hen de kans geeft om wraak te nemen op de plunderaars.
Na jaren zoeken, ontdekken professor Keir en zijn gezelschap het graf van een Egyptische konningin Tera, wier rechterhand werd afgehakt door de priesters die haar, volgens de legende, hebben vermoord. Ze nemen de mummie, de hand en nog drie andere vreemde voorwerpen mee naar Londen. Ieder expeditie lid bewaart een van de zaken. Maar de macht van Tera is sterker dan de dood.
Een professor en haar studenten archeologie ontdekken in de ruïnes van een oude Mexicaanse tempel van de Azteekse Regengod Tlaloc de overblijfselen van een oude mummie. Wanneer één van de studenten de mummie terug tot leven brengt, moeten ze al hun krachten bundelen om het kwade te stoppen en het eind van de wereld te voorkomen.
Een gekke dokter bouwt een robot om een waardevolle Azteekse schat te stelen uit een tombe die wordt bewaakt door een eeuwenoude levende mummie.