Heinrich Harrer is een Oostenrijker met Nazisympathieën die in 1939 besluit twee Himalaya-bergen te beklimmen. Door een serie van gebeurtenissen worden hij en medeklimmer Peter Aufschnaiter de enige twee buitenlanders in de Tibetaanse heilige stad Lhasa. Daar neemt Heinrichs leven een drastische wending.
Hoog in de jungle van Rwanda, diep verscholen in het diepe groen, zit een familie berggorilla's. Ze ontspannen zich en spelen in het gefilterde zonlicht. Bij hen hurkt een vrouw die hun bewegingen imiteert en doet alsof ze op bladeren kauwt om door het dominante mannetje aanvaard te worden. Die vrouw is Dian Fossey, een primatologe met een heel aparte benadering van haar onderwerp. Zo apart, dat haar imposante, charismatische verschijning en haar onverzettelijkheid haar tot doelwit van de lokale stropers maken. De film vertelt het waargebeurde verhaal van Dian Fossey, haar studie van gorilla's en haar pogingen om de met uitsterven bedreigde apen te beschermen.
De Tibetaanse bevolking noemt hun Dalai Lama ook wel Kundun, wat voor het heden staat. Kundun werd gedwongen om te ontsnappen uit zijn land, Tibet, wanneer China het land inneemt en zorgt voor een sterk regime in het rustige land.