Regisseur Ian McNaughton liet de beste sketches uit de tv-serie Monty Python's Flying Circus voor bioscoopgebruik opnieuw opnemen in - wat John Cleese noemde - 'hun natuurlijke omgeving': in echte restaurants, winkels, kantoren en met meer figuranten.
Terwijl ze nog op de middelbare school zit, is Kyôko een van die jonge meisjes die de maatschappij als ‘verloren’ beschouwt: ze gaat nauwelijks meer naar de les, doet mee aan straatgevechten, enzovoort. Op een dag, als ze voor het eerst sinds weken naar school gaat, raakt ze geïntrigeerd door een jonge leraar in opleiding: Katsuya Honda.
Twee eenzame vrouwelijke strijders die hebben geleerd op niemand anders te vertrouwen dan op zichzelf, wagen zich in de onderwereld van Seoel. Op zoek naar de grote klap die de bevrijding van hun nutteloze echtgenoten zou kunnen betekenen, groeien deze uiteenlopende vrouwen naar elkaar toe.
Nadat ze weer bij bewustzijn zijn gekomen op DeathHead Island, gaan The Gore Collector, Tape Head en de nu volledig gemonteerde Molly aan boord van een gammele vlot gemaakt met hout afkomstig van de daadwerkelijke kruisiging van Christus, en beginnen hun tocht over de Bloedzee. Maar eerst ontmoet de griezelige bemanning de bewoners van het eiland: een stam kwijlende albino-vampiers! Terwijl de Red Gortex onze helden de karmozijnrode diepten in zuigt, duikt Molly er weer een angstaanjagende tape in en staat erop dat The Gore Collector zijn ogen op het scherm houdt...