De zoon van een Franse kolonialist in Algerije keert terug naar Algerije nadat hij heeft vernomen dat zijn vader ziek is. Herinneringen uit de kindertijd komen terug. Hij moet ook een aantal problemen aanpakken in verband met de Algerijnse onafhankelijkheidsstrijd.

Een klooster, ergens hoog in de Maghrebijnse bergen tijdens de jaren '90. Acht Franse monniken leven er in harmonie met hun islamitische dorpsgenoten. Ze helpen hen in hun werk, nemen deel aan hun festiviteiten en waken over hun medische gezondheid. Terreur en geweld nemen echter langzaam maar zeker de bovenhand in de regio. Ondanks het toenemende gevaar dat hen omringt groeit de vastberadenheid onder de monniken om te blijven. Wanneer ze besluiten om enkele gewonde terroristen te behandelen, reageren de autoriteiten furieus en zetten hen onder druk om terug te keren naar Frankrijk.

Mounir Mekbek woont met zijn gezin in een klein dorpje in het hart van het Algerijnse platteland. Hij is erg trots en zeker van zichzelf en heeft maar één droom: eindelijk gewaardeerd worden door zijn dorpsgenoten. Zijn zorgvuldig onderhouden imago wordt verpest door zijn eigenzinnige, narcoleptische zus Rym, die overal in slaap valt en van wie het dorp ervan overtuigd is dat ze een vrijster zal worden. Op een avond komt Mounir dronken terug uit de stad en kondigt aan dat hij een vrijer voor zijn zus heeft gevonden. Het nepverhaal blijft maar sneeuwballen totdat de vrijer verandert in een rijke, blonde Australiër. Het dorp begint zich serieus voor te bereiden op de bruiloft, maar zonder dat er een bruidegom te zien is.