In bezet Polen tijdens de Tweede Wereldoorlog komt een groep acteurs tegenover de Nazi's te staan. Een spion heeft namelijk informatie die erg schadelijk voor het Poolse verzet zou kunnen zijn. Ze proberen er alles aan te doen om te voorkomen dat de informatie bij de Duitsers terecht komt.
Op de verjaardag van Gromit komt Wallace met een wel heel apart cadeau; hij krijgt een paar mechanische benen. Deze benen kunnen worden geprogrammeerd, zodat Wallace zijn hond niet meer zelf hoeft uit te laten.
Wallace wordt halsoverkop verliefd op Wendolene, de eigenaresse van een wolwinkeltje. Ondertussen wordt Gromit onterecht beschuldigd van het jagen op schapen, en de gevangenis in gegooid. Met de hulp van Wendolene en de schapen moet Wallace Gromit zien te bevrijden.
De kaas is op bij Wallace en Gromit. Ze besluiten van de nood een deugd te maken en naar de maan op vakantie te gaan, want, zo weet Wallace, de maan is van kaas gemaakt.
Arvid, een bankbediende, wordt door zijn vriendin gedumpt omdat hij te saai is. In de hoop wat opwinding in zijn leven te brengen, helpt Arvid een overval op de bank te stoppen. De vrouw van de toekomstige bankrover spoort Arvid op en vertelt hem dat haar man de bank alleen beroofde om medische behandelingen te kunnen betalen, zodat ze een kind konden krijgen. De titel verwijst naar een axioma dat Arvids broer tegen hem zegt: 'In China eten ze honden'; waardoor hij beseft dat er niet zoiets bestaat als moreel absolutisme, en dat of iets goed of fout is, afhangt van de situatie. Door zijn onthulling krijgt hij sympathie voor de bankrover. In de veronderstelling dat hij het stel kan helpen en in één keer kan bewijzen dat hij een gevaarlijke bandiet is, beraamt Arvid een overval op zijn eigen bank met de hulp van zijn broer Harald en enkele andere wannabe-criminelen.
Een paar jaar na de tragische dood van hun enige kind gaat een stel op reis om hun weg terug naar elkaar te vinden. Een duister bos lokt hen dieper en dieper in een maalstroom van psychologische terreur en vernedering.