Het is november 1989 en net als de wereld verandert ook Jarle Klepp, uit Stavanger. Hij speelt gitaar en zingt in een lokale punkband, heeft een geweldige vriendin en een ontzettend toffe beste vriend. Maar dit verandert allemaal wanneer er een nieuwe jongen in de klas komt; Yngve. Jarle kan het niet helpen en is compleet door hem gefascineerd. Al snel staat zijn wereld op zijn kop.
Twee fatale vliegtuigongelukken aan boord van een vliegdekschip zijn voor een agent van de regering aanleiding zijn intrek te nemen op dat schip. Hij moet er zien achter te komen waar deze ongelukken uit zijn voortgekomen om zo een derde ongeluk te voorkomen. Al gauw richt hij zich op een van de toppiloten wanneer hij van een matroos doorkrijgt dat deze in een gay club is gesignaleerd. De vlieger komt samen met drie van zijn squadron vrienden en hun partners in een web van jaloezie terecht en worden, alvorens hen leven voor goed zal veranderen, getest op het gebied van liefde, vriendschap en eer.
Gravin Elizabeth Bathory (Anna Friel) heeft de geschiedenis maar om één reden overleefd. Ze was de ergste vrouwelijke moordenaar in de geschiedenis. Maar naast deze barbaarse gewoonte was Elizabeth een vrouw die haar tijd ver vooruit was. Ze was er heilig van overtuigd dat de rol van de vrouw niet zo ondergeschikt moest zijn als in die tijd gebruikelijk was.
In de jaren zeventig, de gouden eeuw van homopornografie in New York City, raakt een veelbelovende danser gewond en krijgt hij te horen dat hij nooit meer zal dansen. Radeloos en niet onder de indruk van de 'kunst'-films die in de louche Times Square-theaters draaien, roept hij zijn vrienden en geliefden bij elkaar en beginnen ze hun eigen hardcore-films te maken. Tegen alle verwachtingen in zijn de films enorm succesvol totdat drugs, aids en goedkope videotechnologie het allemaal doen instorten.